(oud artikel 12 VEU)
De Unie voert het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid uit door:
a) de algemene richtsnoeren vast te stellen,
b) besluiten vast te stellen ter bepaling van:
i) het door de Unie uit te voeren optreden;
ii) de door de Unie in te nemen standpunten;
iii) de wijze van uitvoering van de onder de punten i) en ii) bedoelde besluiten;
en
c) de systematische samenwerking tussen de lidstaten met betrekking tot de beleidsvoering te versterken.